Wat ik veel hoor en zie bij mijn cliënten is het gevoel niet meer te kunnen voelen. Als ik ze vraag ‘Wat voel je nu in je lichaam’? Vinden velen dit lastig om te beantwoorden. Ergens ben je dit misschien een beetje vergeten of kwijtgeraakt hoe je dit ook alweer moest doen. Anderen staan de hele dag op ‘aan’ met de voelsprieten naar buiten gericht. De balans lijkt weg te zijn. Het heeft tijd nodig om weer in contact te komen met het gevoel. Maar komt het dat je je lichaam niet meer voelt of je juist helemaal overspoeld voelt? Één ding is duidelijk: je voelt je afgesplitst van je gevoel. In deze blog vertel ik hier meer over.
Velen van ons zijn ‘gewond’
Velen van ons zijn gedurende de jeugd ‘gewond’ geraakt. Emotioneel gewond bedoel ik hiermee. Vaak gaat dit onbewust. De meeste ouders hebben het beste voor met hun kinderen. Ze houden van hun kinderen en willen hen goede normen en waarden meegeven. Ondanks dit, worden bepaalde behoeften van kinderen nog vaak over het hoofd gezien. Denk maar aan ouders die het altijd druk hebben of die hun kinderen zo willen beschermen dat ze de controle proberen te houden over allerlei situaties. Of een gezin, waarin niet over emoties wordt gepraat. Hierdoor is de ouder met de aandacht er niet volledig bij of ze missen bepaalde behoeftes die het kind wél heeft. Wat gebeurt er bij het kind? Dat is een interessante. Eigenlijk wil een kind zich ‘gewoon’ veilig voelen. Een kind doet er dan ook alles aan om zich veilig te voelen. Om toch te worden gezien in zijn/ haar behoeftes, gaat het kind bepaalde strategieën ontwikkelen.
De pijn van niet gezien worden
Hoe komt het dat veel mensen zich zo afgesplitst voelen van zichzelf? Hoe komt het dat ze het gevoel met ‘het zelf’ kwijt zijn geraakt? Het begint met overlevingsmechanismen om bepaalde pijn niet te hoeven voelen. En dat begint al in onze vroege kinderjaren. Als baby ben je volledig afhankelijk van je ouder(s)/opvoeders. De enige manier om aan te geven dat er iets niet oké is of dat je iets nodig hebt is om je keel op te zetten. Maar wat nou als het lang duurt voordat er op je wordt gereageerd? Of als het signaal dat je geeft verkeerd wordt geïnterpreteerd door je ouders? Of erger nog: dat er helemaal niet op je wordt gereageerd. Au! Een klein kind heeft nog geen tijdsbesef. Het kan niet denken: ‘oh mama komt over 10 minuutjes wel naar me toe om me eten te geven’ of ‘mama heeft het nu even druk’. Is het erg als dit eenmalig gebeurt? Nee, zeker niet. Maar wanneer dit structureel gebeurd, knapt er iets bij het kind. Het kind stopt met uitreiken of gaat juist allerlei strategieën inzetten om toch gehoord te worden. Dat dit pijnlijk is voor een klein kindje kan je denk ik wel met me mee zien. De pijn van niet gezien worden.
En dan begint de afsplitsing
De pijn van niet (of structureel te laat) gehoord of gezien worden, is voor een kind ondraaglijk. Wat het kind (onbewust) doet om het enigszins draaglijk te maken voor zichzelf en het te overleven, is het volgende: Het gevoel wat bij deze situatie hoort, wordt afgesplitst. Het pijnlijke gevoel wordt weggemaakt/ onderdrukt. Eigenlijk is dit een heel mooi mechanisme van ons als mens. We gebruiken het onbewust om onszelf te beschermen tegen eventueel nieuwe pijn. Een deel van wie je eigenlijk bent, wordt daarmee in de vroege kinderjaren al afgesplitst. Op latere leeftijd ga je dit vaak pas merken. Je voelt je bijvoorbeeld leeg of eenzaam of merkt dat je eigenlijk helemaal niet meer voelt… Wat je gaat doen is dit proberen op te vullen met allerlei andere dingen. Vaak zoeken we dit buiten onszelf (denk maar aan hoge cijfers willen halen, gaan afvallen, opvallende kleding, haar of make-up dragen, het zoeken in eten, sporten, werk etc.). Maar helaas….daar ligt het antwoord niet.
In de praktijk
In de praktijk ervaar ik de afsplitsing en de beschermingsmechanismes bij mijn cliënten op verschillende manieren:
- Heel erg je best gaan doen (perfectionisme)
- Gaan lachen als het over pijnlijke stukken gaat
- Altijd zeggen dat het ‘goed’ met je gaat, ook al voel je je vanbinnen verschrikkelijk
- Veel in het hoofd leven, alles analyseren
- Geen ‘nee’ kunnen zeggen (grenzeloos)
- Dwangmatige handelingen hebben
- Richten op het uiterlijk, zodat je niet hoeft te voelen
- Uiting in allerlei verslavingen (eetverslaving, maar ook werk- en telefoon)
- Depressie
- Anderen pleasen (altijd de lieve vrede bewaren)
- Zorgen voor de ouders en/of anderen om je heen
- Bang om initiatief te durven nemen
- Geen keuzes durven maken
- Dissociatie (lees meer over dissociatie in het blog ‘de enige uitweg: niet meer voelen’)
- Anderen boven jezelf plaatsen
- Jezelf als slachtoffer zien (geen verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven/herstel)
- Veel kritiek leveren op jezelf
Er zijn nog veel meer beschermingsmechanismen, maar bovenstaand lijstje is wat ik voornamelijk bij cliënten met eetstoornissen tegenkom. Je hebt deze beschermingsdelen niet voor niets ontwikkeld. Ergens in je jeugd heb je ze nodig gehad om te overleven. Nu kun je er echter veel last van hebben en je hierdoor afgesplitst voelen van je eigen gevoel en je eigen ‘zijn’.
Je kunt weer ‘heel’ worden
Oké, ergens hebben deze delen je dus willen beschermen toen dat nodig was. In het ‘nu’ zie ik dat veel mensen last hebben van de overleefdelen. Wat we geneigd zijn is om deze gevoelens hard weg te drukken. We willen ze niet meer voelen, we hebben er ‘last’ van. Maar, een hele belangrijke: al deze gevoelens zijn onderdeel van jou. Ze hoeven niet weg. Maar wat moet ik er dan mee Laura, vraag je je misschien af? Nou, al deze delen horen bij jou. Je overleefdelen, je gezonde delen, je traumadelen. Als je al deze delen leert integreren in jezelf (ze leert voelen, als er mogen zijn, als je er niet meer tegen vecht), pas dan kun je je weer heel voelen. Pas dan voel je je niet meer afgesplitst van jezelf. Je bent weer heel. Met alles wat in jou zit. Fijne gevoelens en minder fijne gevoelens, ze zijn er toch wel en wisselen elkaar af. Daar zijn we mens voor.