In mijn anorexiaperiode, die gemiddeld zo’n 10 jaar van mijn jeugd in beslag heeft genomen, wilde ik zo ver mogelijk van aanraking uit de buurt blijven. Knuffelen met vriendinnen deed ik op die leeftijd niet, althans ik kan me er niets meer van herinneren. Met mijn ouders knuffelen deed ik ook nauwelijks. Mijn ouders raakten me ook niet veel meer aan. Bang om mijn botten te voelen die door mijn nog dunne vel uitstaken. Het was te confronterend voor ze. Enerzijds dacht ik het fijn te vonden weinig te worden aangeraakt. Ik moest er niets van hebben. Maar er waren ook redenen waarom ik het aanraken niet fijn vond. Diep in mij zat wel iemand die heel graag werd aangeraakt, liefde wilde voelen, wilde knuffelen en vastgehouden wilde worden. Ik leed honger tijdens mijn eetstoornis. Veel honger. Nu ik hier op terugkijk leed ik ook ‘huidhonger’. Hierover gaat deze blog.
Wat is huidhonger?
In mijn vorige blog ‘Ben jij het contact met jezelf kwijt?‘ schreef ik meer over ‘huidhonger’. Hierin schreef ik al dat zoals je honger en dorst kunt hebben, je ook een gemis kunt hebben aan huidcontact. Aan aanraking. Dit noem je ook wel ‘huidhonger’. Aanraken is een levensbehoefte. Wanneer een baby te weinig affectieve aanraking heeft gehad, te weinig in zijn basis is gedragen, gekoesterd en gewiegd, mist het aan een basisfundament. Dit zie je bij mensen met eetstoornissen veel terug.
Huid-op-huid contact
Gelukkig worden veel baby’s na de geboorte tegenwoordig al op de blote huid van de vader- of moeder gelegd. En ook de weken na de geboorte zie je dit steeds vaker. Huid-op-huidcontact werkt helend. Ik vind het een mooie manier om een baby die 9 maanden lang in een “veilige” baarmoeder heeft gezeten, te laten wennen aan de buitenwereld. Door huid-op-huid contact kan de ouder de lichaamstemperatuur van de baby reguleren. Een pasgeborene kan dit nog niet zelf. Het kindje voelt de ademhaling en hartslag van de ouder en wordt daardoor zelf ook rustiger. Ook wordt het gelukshormoon oxytocine aangemaakt wanneer we als mens worden aangeraakt. Knuffelen, aanraking, koestering en het geven van liefde werkt daarom ook goed tegen depressieve en neerslachtige klachten. Veel knuffelen dus! Ook al ‘denk’ je dat je dit niet nodig hebt…
Diep vanbinnen verlang ook jij naar aanraking
Kijk eens bij jezelf wat er gebeurt als je een baby ziet. Zo’n lief klein kindje wil je vasthouden toch? Althans ik heb die neiging wel als ik zo’n klein hummeltje in een wandelwagen zie liggen of bij iemand op kraamvisite ben. Maar naarmate we ouder worden, vaak beginnend in de puberteit, lijkt aanraking ineens heel ongemakkelijk te worden. We voelen ons dan slungelig in ons lijf, gaan aanraken gênant vinden en worden afstandelijker. Ik zeg niet dat dit altijd gebeurt hoor, maar vaak wel. Zeker bij mensen met eetstoornissen. Diep vanbinnen zouden we allemaal het liefst nog steeds tegen onze moeder of een geliefde aankruipen, een knuffel krijgen van een vriendin en aangeraakt worden. Echt wel! Het is een menselijke behoefte.
Als er misbruik van aanraking wordt gemaakt
Ik weet dat veel van mijn cliënten en veel mensen met eetstoornissen vroeger ergens beschadigd zijn in ‘aanraking’ of contact. Ze hebben negatieve ervaringen opgelopen in het verleden. Ook ikzelf heb hier ervaring mee. Iemand of meerdere mensen hebben misbruik gemaakt van aanraking en hadden jou als kleine jongen of meid absoluut niet aan mogen raken. Jij hebt dit niet zelf uitgedaagd. Het ligt niet aan jou. Diegene had dit nooit, maar dan ook nooit mogen doen. Als je je aangesproken voelt tot dit, onthoud dan dat ook jij als mens behoefte hebt aan aanraking. Ook wanneer je hierin beschadigd bent. Het is dan belangrijk hier met een therapeut over te praten en weer vertrouwen te krijgen in je lichaam. Het lichaam heeft jou niet in de steek gelaten, het heeft voor jou gezorgd. En nu mag jij weer voor jouw lichaam gaan zorgen. Vanuit écht contact, kunnen we helen. Hiermee bedoel ik ‘liefdevol en affectief’ contact. Komend vanuit zachtheid, vanuit veiligheid en vertrouwen. Dat moet heel langzaam weer worden opgebouwd. Niet overhaast, maar alles op jouw tempo. Het is verschrikkelijk als je beschadigd bent op dit gebied. Het verleden kan niet worden gewist, verandert of vergeten. We kunnen wel leren op een andere manier met het verleden om te gaan.
“I feel you”
Als jij iets hebt meegemaakt waardoor je het contact met jezelf bent verloren en niet wilt worden aangeraakt dan wil ik tegen je zeggen: ‘I feel you’. Je bent niet alleen. En je staat er niet alleen voor. Er zijn echt mensen in jouw omgeving die jou kunnen helpen. Een goede vriendin, een therapeut of iemand anders. Aanraking verbindt mensen met elkaar. Zonder aanraken, zonder affectief contact, verharden we als mens. We gaan dan in ons hoofd leven. Ik wil je graag helpen weer contact te krijgen met jouw lichaam. Om jouw ‘huidhonger’ weer te voeden, zodat je weer terug bij jezelf kunt komen. Meer in jouw lijf. Bij wie jij vanbinnen bent. Jouw lichaam geeft wel aan of een ontmoeting veilig is of niet. En of jij verbinding met iemand wilt maken. Die grenzen mag je weer leren (h)erkennen.
Vanuit het contact met de ander kun je jezelf ontmoeten.
Ik zou jou graag ontmoeten.