Vroegkinderlijk trauma en eetstoornissen

Vroegkinderlijk trauma en eetstoornissen

640 429 Laura van Kleef

Sinds deze maand volg ik de opleiding ‘Lichaamsgericht traumawerk’. Al langere tijd verdiep ik me in traumaverwerking. Super interessant en veel eye-openers voor me. Ik weet dat het woord ’trauma’ bij sommigen iets oproept. Ik vond het eerst ook een heftig woord. Maar inmiddels ben ik er wel achter dat velen van ons rondlopen met diepgewortelde traumastukken. Ik wil me hier verder in verdiepen, omdat ik denk dat ieder mens trauma’s oploopt in zijn/haar leven. En dat een eetstoornis ontstaat vanuit deze dieperliggende stukken. Ik wil dit met je delen. Deze blog is o.a. gebaseerd op het boek ‘vroegkinderlijk trauma’ van Franz Ruppert. Een boek over Zwangerschap, geboorte en de eerste levensjaren van ons als mens. Een super interessant boek. Ik las dit boek onlangs op mijn vakantie in Slovenië. Soms best heftig om te lezen vond ik. Het komt aardig dichtbij. 

Voedsel ontzeggen vanuit een liefdestrauma

Ruppert schrijft dat de aanduiding ‘anorexia nervosa’ of ‘magerzucht’ te oppervlakkig ligt. Het is te misleidend schrijft hij. Ik ben het daar mee eens. De symptomen uiten zich wel op het weigeren van eten, maar de eigenlijke problemen liggen niet in dit gebied. Het probleem is niet opgelost wanneer iemand weer eet of op een gezond gewicht is. Zo ook is mijn eigen ervaring. Volgens Ruppert gaat het bij de eetstoornis anorexia nervosa vaak om een liefdestrauma en seksueel trauma. Het symptoom van weigeren te eten gaat vaak gepaard met grote ambitie op het gebied van school en werk. Volgens Ruppert is het ontzeggen van voedsel een poging om lichamelijk te verdwijnen, omdat men als kind niet gewenst was. Door buitengewone prestaties en het zorgen voor anderen, vooral de eigen moeder, probeert het kind alsnog te vechten voor bestaansrecht en erkenning. Deze bevindingen uit het boek zie ik terug in de sessies met mijn cliënten en kan ik ook zelf beamen vanuit mijn eetstoornis. Het is misschien wel heftig om te lezen dat je zo aan het vechten bent voor je bestaansrecht. Vanuit het gevoel ‘niet goed genoeg te zijn’, probeer je alles op alles te zetten om toch ergens erkenning te vinden. De eetstoornis is misschien nog wel de enige uitweg die je hierin ziet.

Symbiotische verstikking met de moeder

Ruppert schrijft ook dat er bij eetstoornissen vaak een symbiotische verstikking is met de moeder. Hierdoor is het bijna onmogelijk om nader tot elkaar te komen, maar ook om je van elkaar los te maken. Ik herken dit sterk vanuit mijn eetstoornis. Mijn moeder en ik deden destijds veel samen. Ik kon niet zonder haar, maar eigenlijk ook niet met haar zijn. Mijn moeder was degene tegen wie ik mijn boosheid uitte, mezelf liet horen, tegen wie ik chagrijnig deed. De haptonoom die ik na de tijd in de kliniek bezocht (toen ik al op gezond gewicht zat), heeft ons hierin geholpen. Zij liet mijn moeder en mij een oefening doen, waarbij de symbiose tussen mij en mijn moeder ons beiden duidelijk werd. Zowel voor mijn moeder als voor mij was het een verstikkende relatie waar we inzaten. We wisten hier alleen zelf niet uit te komen. Daar hadden we hulp bij nodig. Iemand die ons confronteerde met de werkelijkheid. De navelstreng tussen mijn moeder en mij moest eigenlijk opnieuw worden doorgeknipt. Daar hebben we samen aan gewerkt. Mijn moeder mocht mij loslaten en ik moest haar ook meer ruimte geven en op eigen benen leren staan. Misschien herken jij je hier ook wel in en heb je hier hulp bij nodig. In een opheldering van relatie tijdens een sessie, kan ik je hierin verder helpen.

Seksueel trauma

Niet iedere cliënt met anorexia nervosa of een andere eetstoornis heeft een seksueel trauma in de zin van seksueel misbruik. Maar rondom vrouwelijkheid zie ik niet zelden trauma, ook op seksueel gebied dus. Je kunt de eetstoornis zien als een overlevingsstrategie om lichamelijk niet te volgroeien tot vrouw. Door met eten te gaan rommelen, houd je die vrouwelijkheid tegen. In het geval van seksueel misbruik verhinder je hiermee dat je eigen vrouwelijke lichaamsvormen groeien. Vaak uit angst om opnieuw slachtoffer te worden van seksueel misbruik. Onbewust houd je controle over je vrouwelijkheid. Uit angst. Ruppert schrijft dat braken een reactie kan zijn op oraal seksueel misbruik. Ik vond dat behoorlijk heftig om te lezen, maar ik kan me wel voorstellen dat het zo kan werken. Hiermee zeg ik absoluut niet dat ieder die worstelt met anorexia of boulimia seksueel misbruikt is. Dat is immers niet zo. Wel denk ik dat vrouwelijkheid en daarmee een seksueel trauma bij velen een rol speelt in het ontstaan van de eetstoornis. De eetstoornis is hiermee een afweer om de pijn te onderdrukken.

Ophouden van de schijn

Iets wat ik ook herkende uit het boek van Ruppert is een façade van welvarendheid in gezinnen bij mensen met een eetstoornis. Vaak zie ik in mijn praktijk cliënten uit bemiddelde en prestatiegerichte gezinnen. Naar buiten toe lijkt het een ‘alles zit goed gezin’. Het symptoom van het weigeren van voeding, ontwikkelt zich vaak in het geheim. De cliënt reageert zich niet openlijk, maar vanuit een stille rebellie tegen traumatiserende familierelaties. Lang blijven ze met de aanpassing van het gezin meedoen. Ze proberen zo lang mogelijk mee de schijn op te houden. Maar op een gegeven moment lukt dat niet meer. Zo ook bij mijzelf destijds. Ik kon niet meer tegen ‘net doen alsof het goed ging’. De eetstoornis is eigenlijk een afkeer tegen die houding. Ik begrijp dat dit voor sommige ouders niet leuk is om te lezen en misschien ben je het wel niet eens met deze visie. Toch ben ik van mening dat hier een heel groot deel van de mensen met een eetstoornis mee te maken heeft. De betrokkene met een eetstoornis zit mijns inziens vast in het gezinssysteem.

Trauma’s helen niet met ‘weer op gezond gewicht zijn’

Op gezond gewicht zijn en weer gezond eten, betekent niet dat de trauma’s zijn geheeld. Vaak zie ik dat ouders enorm blij zijn als hun kind weer eet. Dat begrijp ik ook wel. Maar daarmee is het probleem niet weg. Ja de symptomen wel deels. Maar als er niet gewerkt wordt aan het onderliggende, dan blijft de zelfafwijzing bestaan. Vaak zie je dan ook dat iemand nieuwe manieren gaat zoeken m zichzelf tot uitdrukking te brengen. Vandaar dat sommigen ook van de eetstoornis in de andere gaan, puur omdat de trauma’s niet geheeld zijn. Opnieuw wordt er dan naar een manier gezocht om te overleven. De een gaat het zoeken in werk, de ander in alcohol, drugs, afzetten tegen de maatschappij, in eetstoornissen etc. Ik zie de loyaliteitsbinding met de moeder, samen met het seksuele stuk als een belangrijk onderdeel van heling van een eetstoornis. En ja, dit is een andere visie dan veel klinieken hebben. Maar écht: ik ben ervan overtuigd dat we het in het vroegkinderlijk trauma moeten zoeken in plaats van in het ‘eten’ dat slechts een symptoom is.

Voel maar eens wat deze blog met jou doet. Hoe zie jij dit? Vind je het heftig om te lezen wat ik heb geschreven? Is deze benadering nieuw voor je? Ik kan me zomaar voorstellen van wel. Ik wil me hier in ieder geval meer in verdiepen, omdat ik voel dat dit voor mij juist is. Ik zal dan ook meer gaan schrijven over ‘vroegkinderlijk trauma’ de komende tijd.

12 comments
  • Hi Laura,

    Heel interessant. Tenzij ik een heel gelukkige jeugd in het Franse platteland gehad heeft en geen ’trauma’s’ gehad heeft (gelukkig), sommige stukken uit mijn jeugd komen vaak terug waar ik van weet dat mijn ‘problemen’ met eten vandaan komt. Anorexia heb 1 jaar of twee ervaard toen ik 17 was. Nu, zo der hardlopen vanwege een lange durende blessure, mijn gewicht blijft een ‘probleem’. Ik heb het gevoel dat het altijd zak het zijn en het accepteren is soms mooilijk.
    Ik denk idd dat het jeugd bepaald alles. Succes in jouw nieuwe cursus!
    Hopelijk kunnen wij een in Breda ontmoeten 😉
    Liefs,
    Magali

    • Hoi Magali,

      Bedoel je dat je ‘ondanks’ een heel gelukkige jeugd in het Franse Platteland en geen trauma’s hebt gehad, toch issues hebt met eten? En ook een eetstoornis in het verleden heb gehad, begrijp ik? Ikzelf geloof erin dat ieder mens traumatische ervaringen meemaakt in het leven. Bij de een gaat dit vastzitten in het lichaam, bij de ander uit dit in een eetstoornis, weer bij een ander in een alcoholverslaving, drugsverslaving, veel willen werken, overmatig sporten/ bewegen of welke manier dan ook. Ik zie deze manieren als een afweer om maar niet te hoeven voelen wat voor pijn er daadwerkelijk onder ligt. Ook hardlopen kan daarin een overlevingsmechanisme zijn. Een afweer om niet naar het echte gevoel te gaan. Sporten kan daarin ook verdovend werken… Ik zeg niet dat dat bij jou zo is, want dat weet ik niet. Persoonlijk denk ik wel dat je het serieus mag nemen. Mocht je er eens met naar willen kijken of een gesprek met me willen, dan weet je me te vinden.
      Lieve groetjes,
      Laura

  • Marleen van der Zee 11 september 2019 at 10:13

    Goed stuk Laura. Helder. Ik hoop dat je er veel mensen mee kunt bereiken.
    Lieve groet, Marleen

  • Hi Laura,

    Wat een goed stuk heb je geschreven en wat een supermooie site en bedrijf heb je! Ikzelf werk als diëtist en ik vind het altijd heel mooi en dankbaar werk om mensen met een eetstoornis te mogen begeleiden. Ik geloof ook absoluut in een onderliggend trauma uit de vroege jeugd, en gebruik in mijn begeleiding ook vaak een vorm van PRI coaching. Daarmee gaan we op zoek naar de daadwerkelijke oorzaak van de eetstoornis en leren cliënten de eetstoornis niet meer te hoeven gebruiken als een afweer tegen die onderliggende oude pijn.

    Veel liefs,
    Fleur Berkhout, Amsterdam

    • Hoi Fleur,

      Dankjewel voor je leuke en positieve reactie op mijn blog. En wat tof om te horen dat je mijn site en bedrijf zo mooi vindt!. Gaaf dat je zelf PRI toepast in de praktijk als diëtiste. Ik vind PRI fantastisch namelijk! Ik heb laatst het boek gelezen van Ingeborg Bosch ‘De herontdekking van het ware zelf’ over de 5 afweermechanismen (ontkenning van behoeften, angst, primaire afweer, valse macht en valse hoop). Zegt je waarschijnlijk wel iets als je met PRI werkt. Ik vind het super om hiermee te mogen werken. Wie weet dat ik me nog verder in de PRI ga verdiepen dan ik nu al heb gedaan. Maar eerst de opleiding lichaamsgericht traumatherapie volgen:). Leuk om iets van je te horen. Wie weet wat we voor elkaar kunnen betekenen.

      Lieve groet,
      Laura

  • Dag Laura,

    Je spreekt hier vooral over moeder-kind relatie, maar welke rol speelt de vader hier? Heb je hier al een blog over geschreven, of waarom heb je het vooral of de moeder-kind relatie?

    Bedankt
    Liefs,
    Olivia

    • Hoi Olivia,
      Dankjewel voor je reactie op mijn blog.

      Ik spreek in deze blog vooral over de moeder-kind relatie omdat de moeder de eerste hechtingsfiguur is in het leven van een kindje. 9 maanden lang groeit een kindje in de baarmoeder van een moeder. Het voelt de emoties van moeder, de gemoedstoestand, kan de smaken van haar eten proeven en ruiken, hoort haar praten en nog veel meer. Zij is degene die 9 maanden lang het dichtst bij het kindje is en dan al veel invloed op het kindje heeft. Daar in de baarmoeder en zelfs al bij de conceptie kan vroegkinderlijk trauma beginnen. Een baby heeft meestal een voorkeur voor één hechtingspersoon, meestal de moeder. Daar komen later een aantal hechtingspersonen bij, zoals vader, een opa/oma of ander belangrijk persoon in het leven van een kind. Maar het kindje is in de natuurlijke vorm het meest afhankelijk van de moeder. De moeder kan het kindje voeden (in geval van borstvoeding), aanraken, troosten.
      In mijn ogen is de moeder-kind relatie de belangrijkste relatie in het vroege ontstaan van trauma’s. Als er geen moeder aanwezig is kan een vader, co-ouder of andere verzorger ook veel doen om een goede band/ hechting met het kindje te krijgen. En ook dan kan het zeker goedkomen hoor:)

      Beetje duidelijk waarom ik de moeder-kind relatie bespreek?

      Groetjes,
      Laura

Leave a Reply

Volg je mij al?