Ouders, mag ik een beroep op jullie doen?

Ouders, mag ik een beroep op jullie doen?

640 426 Laura van Kleef

Eerlijk is eerlijk: eigenlijk worstelen ouders net zo goed mee met “jouw eetstoornis”. Een eetstoornis zie ik ook niet alleen van jou. Zeker niet. Het is een probleem van heel het gezinssysteem. Dat is misschien niet direct zichtbaar. Naar mijn idee ligt een groot stuk in het ontstaan van eetstoornissen namelijk bij de ouders. Daarmee zeg ik niet dat ouders de schuldige zijn. Ik wil sowieso niet over ‘schuld’ spreken, omdat het in mijn ogen niet over schuld gaat. We gaan niet met vingers naar elkaar wijzen. Wel vind ik het essentieel dat ouders bij de behandeling van een zoon of dochter met een eetstoornis worden betrokken. Omdat ik de ouders zie als een spiegel van de eetstoornis. De eetstoornis spiegelt als het ware dé stukken van je zoon of dochter die in het verleden niet zijn opgepikt.

Ik werd gezien als een open boek, maar ik liet geen traan…

Mijn visie op het ontstaan van mijn eigen eetstoornis is gedurende de jaren flink veranderd. Waar ik eerst altijd zei: ‘ik heb een onbezorgde jeugd gehad’, zie ik dit nu toch echt anders. Op jonge leeftijd ben ik al in de aanpasmodus gegaan: het voorbeeldige meisje liet ik zien aan de buitenkant, met name op school. En ja, dat was niet voor niets! Ik ben op jonge leeftijd emotioneel al flink op slot gegaan. Ik kan me het moment nog herinneren dat ik dacht ‘ik mag niet huilen’. En ook het moment waarop ik besloot ‘niemand mag weten dat ik verliefd ben’. Als ik daar nu op terugkijk denk ik ‘arm meisje, was er destijds maar iemand geweest die jou zag’. 

Thuis werd ik, anders dan op school, soms als ‘drammer’ gezien. De andere kant van mij was dat je me in een veilingkist tussen de appels (met een pop) in de boomgaard kon zetten en ik was uren zoet. Mama beschreef mij als een open boek, maar toch liet ik nooit een traan. Hmm…niet écht een open boek… Mijn ouders zagen wel dat ik nooit huilde bij ernstige gebeurtenissen, maar echt diep hierop ingaan, werd niet gedaan. Dat neem ik ze niet (meer) kwalijk. Zij hebben me opgevoed met veel liefde, met plezier, met heel veel goede dingen. Absoluut. Én ja, ze hebben sommige delen van mij niet gezien. Althans niet gezien is misschien niet goed gezegd. Ze gingen er alleen niet dieper op in. De emotionele kern werd niet geraakt en verdoofde ik zelf ook. Achteraf gezien zijn dit belangrijke voorlopers in het ontstaan van mijn eetstoornis. 

Emotioneel tekort

Hoe je het ook wend of keert, ieder die worstelt met een eetstoornis heeft ergens een emotioneel tekort opgelopen. Dat is een feit. Ergens heb je je als kind niet gezien gevoeld. Niet gehoord. Niet gesteund. De redenen hiervoor kunnen uiteenlopen. Ergens heb je het gevoel gehad dat je je moet beschermen, voor wat dan ook. Veel ouders van mijn generatie hebben zelf niet geleerd om met emoties om te gaan, hoe je emoties voelt, hoe je deze uit en erover praat. Emoties waren vroeger nog meer dan nu een taboe. De mentaliteit was: ‘Niet zeuren maar werken’. Er moest immers geld op de plank komen om het gezin te onderhouden. Daarnaast hebben de ouders van onze ouders een of meerdere oorlogen meegemaakt. Flinke traumatische ervaringen dus. De impact hiervan dragen wij nog mee in ons systeem.

Een ouder heeft wél invloed op de eetstoornis

In de praktijk zie ik dat veel ouders geen directe aanleiding zien voor de eetstoornis van hun kind. Ze hebben het kind voor hun gevoel alles gegeven. Vaak wordt de eetstoornis dan ook meer gezocht in gebeurtenissen als pesten, seksueel misbruik, vervelende gebeurtenissen op school en dat soort dingen. En ja: die stukken dragen absoluut bij aan het ontstaan ervan. Echter gaat de eetstoornis nog dieper. Terug naar waar je vandaan komt. Hoe er op jou is gereageerd als baby. Hoe de bevalling is geweest. Welke traumatische ervaringen je hebt meegemaakt als foetus, als baby en opgroeiende peuter. Hoe er contact met jou werd en wordt gemaakt. Hoe je opgevangen bent wanneer je pijn had, je verdrietig of boos was. Kortom: hoe de hechting tussen jou en je ouders (met name je moeder) is. Ik zie dit als een van dé belangrijkste factoren in het ontstaan van eetstoornissen. Daar wordt immers de basis gelegd voor hoe jij in je latere leven relaties aangaat en hoe je op gebeurtenissen reageert.

Samenwerken is belangrijk

Het verleden kunnen we niet terugdraaien. I know. Wat we wel kunnen doen is kijken hoe jullie elkaar als ouders en kind kunnen versterken. Als kind heb je steun nodig van je ouders. Je hebt een gevoel van vertrouwen van je ouders nodig. Daar doet de eetstoornis een beroep op. Echter zie ik in de praktijk dat veel ouders juist de verantwoordelijkheid bij het kind weghalen, omdat ze het gevoel hebben dat het kind met eetstoornis geen eigen keuzes kan maken. De regie van het kind met de eetstoornis wordt daarmee uit handen genomen. Hierdoor voelt degene met de eetstoornis zich nog kleiner, nog meer afhankelijk, nog meer identiteit wordt afgenomen. Immers wordt alles ineens beslist: hoeveel je moet eten, hoe lang je mag sporten, wat je moet eten, op welke tijden en ook nog hoe lang je daarover mag doen. En já: een normale relatie met eten ontwikkelen is een pré voor herstel. Maar in mijn ogen zijn daar andere manieren voor. Juist samenwerken met je kind, zorgen voor rust en ontspanning. In de coachsessies ga ik diep in op de relatie tussen jou en jouw ouders. Omdat ik ervan overtuigd ben dat hier een grote kern ligt voor herstel.

Herstel gaat niet in een sneltreinvaart

Bij veel ouders die bij mij komen, merk ik op dat ze willen dat het herstel van hun zoon of dochter sneller gaat. Ze willen het liefst dat het kind weer zo snel mogelijk de oude is. Hoe het ‘nu’ is en hoe het er thuis aantoe gaat, zo kunnen ze het eigenlijk niet meer aanzien. Voor ouders zie ik ook hoe confronterend het is om te zien hoe hun zoon of dochter zichzelf uithongert, overmatig sport, eetbuien heeft of bezwijkt onder de negatieve gedachten en de dagelijkse strijd. En ja, ik begrijp dat het hartstikke pijnlijk is om je kind zo te zien wegkwijnen.

Echter wil ik alle ouders ook aanmoedigen in je eigen spiegel te kijken. Want wat wil jouw zoon of dochter eigenlijk vertellen met de eetstoornis? Waarover is je zoon of dochter in protest? Wat slikt hij of zij letterlijk en figuurlijk niet meer? Waarop loopt de communicatie staag? En hoe kunnen jullie elkaar weer bereiken, zonder in discussie te gaan over het ‘eten’?

Het is als een stoptrein

Herstel van een eetstoornis duurt vaak lang. Soms jaren. Het is net als een trein. Soms gaat de trein hard vooruit, dan stopt de trein voor een tijdje en soms gaat de trein zelfs in z’n achteruit. Om vervolgens weer langzaamaan in de eerste of vierde versnelling te gaan. Soms stapt de cliënt in. Op andere momenten stapt hij/zij weer uit. Hoe meer ouders thuis pushen, hoe langzamer het in mijn ogen gaat. En wat ik al eerder heb geschreven: ‘het zaadje van de eetstoornis wordt vaak al gepland in een heel vroeg stadium van iemands leven’. Er wordt jarenlang naartoe gewerkt om een eetstoornis te ontwikkelen. De eetstoornis is vaak een lange tijd aanwezig. Je kan dan niet verwachten dat het binnen een half jaar of een jaar helemaal over is. Dat is niet realistisch. Vaak gaat iemand met een eetstoornis langzaamaan echt wel vooruit. Dat is belangrijk om op voort te bouwen. Het allerbelangrijkste is dat je als ouder je kind steunt in dit proces. Ze hebben jouw steun als vader of moeder keihard nodig.

Volg je mij al?