Terwijl ik dit schrijf zit ik bij Kamu in Breda. Ik kijk uit over fietsen, een abstract schilderij, een bar waar heerlijke taartjes over de toonbank gaan en geniet zelf van een heerlijke warme chocolademelk. Bij mij om de hoek van de straat zit deze zaak, of ja hoe kan ik het noemen? Het is een fietswinkel en koffiezaak in één. Er wordt gesleuteld aan fietsen, je kunt er lunchen, lekkere taartjes eten en zoals ik nu doe een blog schrijven. Het doel van Kamu is mensen bij elkaar brengen om hun passie te delen. Laat ik dat dan eens doen.
Vol en warm
De warme chocolademelk past perfect bij de herfst. Lekker met een toef slagroom erop en wat kruidnoten die ik erbij krijg. Tijdens mijn eetstoornis had ik dit nooit gedronken, omdat ik niet zou weten hoeveel calorieën erin zitten. Nu geniet ik met volle teugen. Denken in calorieën? Nee dat doe ik niet meer. Toch bizar dat m’n mind een hele lange tijd tegen me zei dat ik dit allemaal niet mocht. Ik ging er zelfs in geloven dat ik dit helemaal niet lekker vond.
Verboden lijst
Vroeger had deze chocolademelk en vooral de slagroom duidelijk op mijn verboden lijst gestaan. De angst voor lekkere ”ongezonde” producten was zo hoog dat ik vaak al als standaard antwoord had dat ik iets niet lustte. Pindakaas, crème fraîche, noten, spaghetti, macaroni, friet en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik zei gewoon dat ik het niet lekker vond en schrapte het uit mijn voedingspatroon. M’n lijst was ellendig lang. Er bleven slechts wat groenten, vegetarische en voornamelijk light producten over.
Uitdagingen voor herstel
In mijn praktijk kom ik veel meiden tegen met zo’n verboden lijst. Ze eten iedere dag hun standaard portie en beleg. Bijvoorbeeld een mager belegde boterham met kipfilet of sandwichspread. De angst om iets anders te nemen is vaak te groot. Bijzonder dat ik nu tegen mijn cliënten kan zeggen: ‘kom we gaan nu een boterham met pindakaas eten’ of ”we gaan gezellig samen een hapje eten in de stad’. Dat maakt de coachsessies ook zo dynamisch. Geheel aangepast op wat voor jou helpend is. Ik weet nu dat het nodig is voor herstel. Dat je uitdagingen aan moet gaan om weer beter te worden en het vertrouwen in je lichaam langzaamaan terug te krijgen.
Na mijn ontslag heb ik me nog een lange tijd aan mijn vertrouwde eetlijst gehouden. Ik vond het te eng dat variëren. Minimaal een jaar heb ik nodig gehad om mijn lichaam te leren vertrouwen. Om weer te leren voelen wanneer ik honger had, in wat ik trek had en te voelen wanneer ik vol zat. Niet vanuit mijn hoofd, maar vanuit mijn buikgevoel. Tijdens mijn anorexia dacht ik al vol te zitten na het eten van een appel, maar dat was puur in mijn hoofd. Mijn lichaam was hierdoor behoorlijk ontregeld.
De eetlijst loslaten
Langzaamaan kon ik mijn eetlijst meer loslaten en vertrouwen op mijn eigen gevoel. De eerste jaren na mijn ontslag stond ik af en toe nog wel op de weegschaal. Afvallen wilde ik niet meer, maar nog extra aankomen dat vond ik toch eng. Ik heb geleerd echt te eten wat ik wil. Waar ik op dat moment zin in heb. Het mooie is dat mijn lichaam het zelf aangeeft. Waar veel mensen (met anorexia) bang voor zijn is door te schieten in gewicht. Ze zijn bang dat het aankomen niet stopt. Geloof mij, als jij eet wat jouw lichaam nodig heeft, alles met mate en op een gezonde manier, dan zul je zien dat je gewicht weinig schommelt. Ik geloof ook zeker niet in diëten waarin je honger lijdt. Honger hebben is helemaal niet nodig, ook niet wanneer je af wilt vallen. Zelf heb ik na mijn anorexia echt een hekel gekregen aan honger. Als ik honger heb, word ik echt super chagrijnig!
Inmiddels leef ik al 4 jaar met hetzelfde gewicht. Ik kan eten wat ik wil en daar hoort ook bij dat ik op een verjaardag een taartje eet, af en toe een frietje, geniet van pizza en al dit soort lekkers. En natuurlijk denk ik ook wel eens dat ik ben aangekomen wanneer ik in de spiegel kijk. Maar wanneer ik dan op de weegschaal sta zie ik dan dat mijn verstand me toch voor de gek houd. Ik voel me goed bij wat ik eet en kan zonder angst genieten van eten.
Wil jij zonder angst en schuldgevoelens kunnen eten en voor eens en altijd af zijn van het gevecht met (niet) eten? Ik help je hier graag bij!