“Een eetverslaving, overmatig eten, jezelf uithongeren, laxeren, spugen. Een stoornis of probleem rondom eten is volgens mij de meest moeilijke verslaving die er is. Immers komt het iedere dag terug, je hebt eten nodig om te kunnen leven.”
Of je nou anorexia, Boulimia of Binge Eating disorder hebt, het heeft allemaal te maken met emoties. Emoties van angst, blijheid, boosheid en verdriet.
Tranen mochten er niet zijn
Als kind was ik al bang mijn emoties te uiten. Op 7-jarige leeftijd overleed mijn oom. Ik weet nog dat we een telefoontje kregen met het bericht dat hij overleden was. Ik zag mijn zus en ouders intens huilen toen ze het bericht hoorden. Ik wilde geen traan laten zien, ik schaamde me daarvoor en wilde groot en sterk zijn naar de buitenwereld. Ik wilde er zijn voor mijn ouders, mezelf niet laten kennen en me groot houden. Die tranen mocht ik niet van mezelf tonen. Mijn moeder heeft vaak gezegd dat ze het raar vond dat ik op dat moment niet huilde. Had ik dan helemaal geen gevoelens? Mijn zus had op dit soort momenten dikke rode ogen van verdriet. Door de opmerking van mijn moeder voelde ik me gefaald. Ik deed zo mijn best mijn tranen binnen te houden, wilde het goede voorbeeld tonen en dan nog was het niet goed. Laura moest zich van zichzelf groothouden.
De basisschooltijd
Ik zat op een kleine basisschool met 12 kinderen in mijn groep. Zes meiden en zes jongens. Ieder had zo zijn rol in de klas. Één meisje was de pestkop, een ander meisje was altijd de ‘Sjaak’ en ik? Ik probeerde de vrede te bewaren en wilde graag aardig gevonden worden zodat iedereen met me om wilde gaan. Ik was een voorbeeldige leerling. Stil wanneer ik stil moest zijn, ik sprak wanneer ik mocht praten, ik was lief tegenover de juf of meester. Een allemansvriend. Ik deed keihard mijn best en ging graag naar school. Het leek goed met mij te gaan. Ik kwam vrolijk thuis en deed de dingen die van me verwacht werden. Als ik nu terugkijk naar deze tijd, zie ik echter wel patronen waardoor mijn problemen zijn ontstaan.
Ben jij vroeger gepest?
Al ben ik vroeger nooit gepest geweest, toch heeft de pestkop van de klas wel degelijk littekens bij me achtergelaten. Jarenlang werd er gelachen omdat ik het woord ‘’schrift’’ en ‘’schrijven’’ anders zei dan anderen. Daarnaast bewogen mijn oren wat omhoog wanneer ik begon te lachen. Dit werd dagelijks herhaalt. Ik lachte dit weg en kroop wat in mijn schulp. Ik schaamde me enorm en had er een bloedhekel aan wanneer ze er weer grapjes over maakte. Het deed me pijn, maar ik verroerde me niet. Ik dacht dat het niks voorstelde en ik me niet zo moest aanstellen.
In groep 7 was ik verliefd
Ik had vlinders in mijn buik als ik Maikel zag en kon aan niks anders denken dan aan hem. Ik durfde niet over jongens te praten, ik schaamde me voor mijn gevoelens. Het dominante meisje van de klas, (ik noem haar even Fleur), liep echter te koop met haar gevoelens voor jongens, was al vroeg rijp en duidelijk veel verder in haar ontwikkeling dan ik was op die leeftijd. Zij zorgde ervoor dat er liefdesbrieven werden geschreven naar Maikel en zo kreeg zij verkering met hem. Mijn hart was gebroken. Weer zei ik er niets van. Ik vond het mezelf niet waard en schaamde me. Verliefd zijn, dat was mijn grote geheim.
De middelbare school
In de tweede klas van de middelbare school ging ik op dansles en ook Fleur en drie meiden van de basisschool zaten in dezelfde dansgroep. Ik werd verliefd op Niels, die tevens bij mij in de klas zat en mijn danspartner was. Volgens mijn ouders waren we een ontzettend leuk stelletje samen. Twee jaar lang ben ik hartstikke verliefd geweest op deze jongen, maar ik durfde dit niet te zeggen. Ik schaamde me voor mijn gevoelens en het verliefde gevoel in mijn lijf maakte me erg onzeker. Twee jaar lang heb ik tegen niemand verteld dat ik verliefd was op Niels. Op dansles wilde ik natuurlijk graag met Niels dansen en hij met mij, maar Fleur rende op zo’n moment expres voor me uit naar Niels. Door naar me te lachen liet ze aan mij zien dat het haar was gelukt. Dit deed pijn. De pijn slikte ik weg, ik was het vast niet waard. Niels vond Fleur vast leuker en ik wilde me niet laten kennen. Vaak heb ik gedacht dat ik niet goed genoeg was. Dat Niels andere meiden toch wel leuker zou vinden. Ik was zo onzeker. Ik bedacht te gaan lijnen, misschien dat ik dan tenminste wel in de smaak zou vallen.
Experimenteren in de puberteit
Mijn vriendinnen begonnen te experimenteren. Praten over jongens werd de dagelijkse realiteit. Bij de ‘’party’s na dansles’’, waar het uitgaan mee begon, begonnen mijn vriendinnen alcohol te drinken, ze zoenden met jongens etc. Ik richtte me op mijn school en probeerde controle te krijgen over mijn gewicht. Ik viel af en dat ging goed. Ik was nooit dik geweest, maar heb me vanaf kleins af aan al gefascineerd over dunne buikjes van anderen. Zelf heb ik in mijn ogen nooit een hele platte buik gehad. Fleur had die overigens wel. Ik wilde dat ook. Dat moest me toch wel lukken door af te gaan vallen?
Ik ging steeds minder eten
Ik probeerde soms over te geven in de wc of wasbak, maar dat ging me niet goed af. Het voelde ook zo fout. In mijn ogen was braken niet natuurlijk en zou ik écht een probleem hebben. Ik was bang dat mijn ouders erachter zouden komen als ze een ‘’kots’’ geluid hoorde, dus pakte ik het aan door extreem weinig te eten en overmatig te gaan bewegen. Één keer toen het was gelukt over te geven in de wasbak had ik de badkamerdeur niet op slot gedaan. Mijn zus deed de deur open. Mijn hart klopte in mijn keel. Ik kon mijn handen over het braaksel houden zodat ze het niet zag. Ze heeft het niet ontdekt.
Ik beloofde mijn ouders goed te gaan eten
Mijn ouders begrepen niet waarom ik niet of zo weinig wilde eten. Dit leverde veel confrontaties, ruzies en discussies op. Steeds beloofde ik hen iets beter te gaan eten. Een paar dagen hield ik dit vol, waardoor mijn ouders even de moed kregen dat het iets beter ging. Daarna viel ik terug in mijn patroon. Vaak ging het om het volhouden van het eten van een tussendoortje. Of het drinken van iets anders dan water. Mijn ouders begrepen niet waarom dit zo moeilijk was en het feit dat het me steeds niet lukte het langer dan drie dagen vol te houden, gaf me een faalgevoel. Ik zei dat ik wilde aankomen, ik wist ook dat dit beter voor me was, maar mijn eetstoornis was op dat moment te sterk. Als ik op de weegschaal zag dat ik een paar ons was aangekomen, sloegen de stoppen meteen door. Ik zei het wel alleen te kunnen en geen hulp nodig te hebben. In mijn hoofd was ik voor de hele week aan het inplannen hoe ik het met eten ging aanpakken. Had ik een verjaardagsfeestje, dan hield ik daar dagen van tevoren al rekening mee door mezelf uit te hongeren. Dit werd erger en erger.
Omgeving, ga de strijd niet aan, steun uw kind en zoek hulp!
Wat ik het moeilijkst vind als ik terugkijk op mijn eetstoornis is dat er destijds niemand was die tegen mij zei: ‘’Laura je hebt hulp nodig, het gaat de verkeerde kant op’’. Het ging van kwaad tot erger en naar mijn mening is er nooit rigoureus ingegrepen. Hoe vermagerd ik er ook uitzag, hoe lusteloos ik me ook voelde, hoe faalangstig ik ook was, ik deed naar de buitenwereld altijd of alles goed ging. Aan de buitenkant zag je duidelijk dat ik veel te dun was, maar waarom grepen leraren of andere mensen om mij heen niet in? Een lange tijd na mijn eetstoornis heb ik me dit afgevraagd en begreep ik mijn ouders niet. Nu weet ik dat mijn ouders het allerbeste met me voorhadden en me wilden beschermen. Zij hebben het jarenlang aangezien, maar waren bang me te verliezen en ik beloofde steeds verbetering. Ik hield mezelf en mijn ouders voor de gek. De strijd aangaan met een kind met een eetstoornis werkt averechts. Ik wil iedereen meegeven: iemand met een eetstoornis kan het niet alleen. Hoe graag het kind het ook wil, het heeft hulp nodig. Steun je kind, zus, broer, vriend of vriendin in alles én zoek hulp. Praat met hulpverleners, ervaringsdeskundigen of wie dan ook, maar ga de strijd niet alleen aan. Ik kan je daarbij helpen. Hiervoor kun je contact met me opnemen.
Neem actie!
Toen ik uitbehandeld was voor mijn Anorexia had ik voor mijn gevoel jaren vergooid en liep ik achter op leeftijdsgenoten. Ik was nog nooit dronken geweest, had niet met jongens gezoend of seks gehad en had niet uitbundig staan dansen in de discotheek. Ik had geen wilde uitgaansverhalen waarin ik in de sloot was beland of niet meer wist wat ik allemaal had uitgevreten. De leeftijd waarop ik hersteld was van mijn eetstoornis is rond mijn 21e. Toen kwam ik naar mijn idee pas in de puberteit. Vanaf die leeftijd ben ik uitgegaan, dronk ik mijn eerste wijntjes en kreeg ik interesse voor jongens. Mijn eetstoornis heeft mijn puberjaren in dat opzicht echt verpest. Aan de andere kant ben ik van mening dat ik nog jong genoeg ben om lekker te feesten en te genieten van het leven. Leven in het hier en nu is nu mijn motto. Ik kan het verleden niet veranderen en ben trots op de persoon die ik ben geworden.
Laat een eetstoornis je leven niet beheersen, daarvoor is het leven veel te kort. Iedere dag leven met een eetstoornis is er één te veel. Grijp daarom in en wacht niet af. Plan een groeigesprek in.
1 comment