Vorige week schreef ik in mijn blog over de invloed van de conceptie, zwangerschap en geboorte op je huidige leven. Daarmee ook op het ontstaan van je eetstoornis. Het is nogal wat hè dat zo’n lange tijd geleden zo’n invloed heeft op jouw leven nu. Had je daar ooit bij stilgestaan? Ik vermoed van niet…Vaak wordt niet stilgestaan bij deze periode. Er wordt in veel therapie even ‘snel’ gevraagd naar de bevalling van moeder, maar niet op wat daar zich echt heeft afgespeeld toen en nog daarvoor. Vandaag deel ik een blog over een thema wat hier verder op doorgaat. Namelijk: de moeder-kindrelatie en eetstoornissen.
Hechting moeder en kind
Tijdens de zwangerschap is een nog ongeboren baby direct verbonden met de moeder. Ze hebben dezelfde bloedsomloop en dezelfde voeding. Er is nog geen ‘ik’, het is ‘wij’. “Mama en ik samen”. Zoals ik in mijn vorige blog al schreef is een kind na de geboorte volledig afhankelijk van de liefdevolle verzorging van de ouders. Het kindje heeft warmte, voeding, lichamelijk contact, ondersteuning en emotioneel contact nodig. Het kindje wil zich welkom voelen. Ik ga ervan uit dat iedere ouder een kindje opvoed vanuit een goede intentie. En ja, helaas gaat er veel mis in de hechtingsrelatie tussen met name moeder en kind. Au!….Hechting ontstaat vanaf de conceptie. Na de geboorte zijn de eerste drie levensjaren van groot belang voor de kwaliteit van ons latere leven.
Een foetus kan al een ‘aanpasser’ zijn
Een kind leert zichzelf via de ouders kennen. Vooral de band met moeder is in eerste instantie belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Wanneer een kindje nog in de baarmoeder zit, neemt het al voor een groot deel de psychische structuren van de moeder over. Voelt een moeder zich angstig, gespannen of verdrietig, dan voelt een baby dit ook. Wanneer een moeder zich niet fijn voelt gedurende de zwangerschap, dan heeft dit dus een weerslag op het kindje. Het kindje kan hier (ja echt!) al de noodzaak voelen om voor moeder te gaan zorgen. Om de eigen behoeften onbewust ondergeschikt te maken aan de behoeften van moeder. Het aanpaskind is hier al vroeg geboren. Dit zie ik zelf veel terugkomen bij mensen met eetstoornissen: ‘kinderen die het goed willen doen voor hun ouders’. Ze willen vooral de ouders niet teleurstellen en voelen een sterke verantwoordelijkheid om voor de ouders te zorgen.
Hechting/ symbiosetrauma
Soms gaan er dingen mis. Bijvoorbeeld wanneer:
- de moeder angstig, intens verdrietig of geweld tijdens de zwangerschap ervaart
- een kindje geboren wordt vanuit seksueel misbruik
- er pogingen zijn gedaan om de zwangerschap af te breken (mislukte abortus)
- moeder te intensief heeft doorgewerkt tijdens de zwangerschap (geen rust genomen, veel stress ervaren)
- moeder na de geboorte niet aanwezig is (bijv. door medische incidenten of couveusekindje)
- er complicaties optreden bij de geboorte
- de ouders getraumatiseerd of afwezig zijn
Het gevolg is een hechtings-/symbiosetrauma. Ook wel liefdestrauma genoemd. Een moeder die getraumatiseerd is kan het kind niet voldoende houvast, warmte en geborgenheid geven. Het kindje voelt zich niet veilig. Er wordt niet voldoende ingespeeld op de behoeften van het kind.
Ja? En wat heeft dat voor invloed?
Door het hechtingstrauma ontstaan er gevoelsblokkades. Het staat de gezonde ontwikkeling van het kind in de weg. Op latere leeftijd kan dit zich uiten in psychische problemen en verslavingen, zoals eetstoornissen, volledig in werken duiken, alcohol, drugs etc. Vaak wordt de eigenheid van het kind opgeofferd en identificeert een kind zich met anderen. Ik herken mezelf sterk in het bovenstaande: ik identificeerde mezelf met mijn school (school werd een obsessie en mijn enige doel in mijn leven) en had eigenlijk geen eigen identiteit. Ik deed wat ik dacht dat er van mij werd verwacht. Een ‘ik’-gevoel voelde ik niet.
Moeders in Nederland, ik richt me liefdevol op jullie
In mijn praktijk zie ik het steeds meer, ik heb het zelf ervaren en leer het nu ook in studies. De onbewuste traumatisering van het kind ontstaat in mijn ogen voor een heel groot deel doordat de moeder zelf getraumatiseerd is. Het contact met het kind triggert moeders eigen traumatische ervaringen. Vaak zijn moeders hier zich niet van bewust. Het wordt dus niet expres gedaan. Dat geloof ik. Maar moeders eigen afgesplitste delen zorgen ervoor dat er geen gezond contact kan ontstaan, waardoor ze op emotioneel niveau niet volledig present kan zijn voor het kind. Hoe ik dit zie? Dit uit zich in de praktijk op verschillende manieren. Kinderen die zich willen bewijzen op school. Kinderen die voor hun ouders zorgen. Kinderen die zich schamen voor hun emoties. Een haat-liefde verhouding met met name moeder. Kinderen die voorbeeldig gedrag vertonen en het goed willen doen voor de ouders. Hier ligt voor mij veel werk in op het gebied van eetstoornissen. Ik ontkom er niet aan hier naar te kijken. Het is een grote kern van het probleem.
Het kind
Met name de moeder is voor een kind van levensbelang. Haar nabijheid, haar emotionele betrokkenheid, haar liefde en voeding is van essentieel belang voor een kindje. Als het dit niet krijgt, probeert het kind op allerlei mogelijke manieren contact met moeder te maken. Hierin zijn 2 mogelijkheden: aangepast gedrag (lief en braaf) of opstandig en boos (huilen, krijsen, met dingen gooien, schoppen etc. en op latere leeftijd opstandig gedrag). Een kind wil zich ook veilig kunnen terugtrekken. Maar om veilig te kunnen terugtrekken, kan het kind niet zonder vertrouwen en moederliefde. Als dit er te weinig is, dan heeft een kind nog maar 1 mogelijkheid en dat is ‘zichzelf opgeven’. Er ontstaat dan een psychische afsplitsing, ook wel dissociatie genoemd (sorry voor de moeilijke woorden). Het gevolg is dat een kind de eigen gevoelens gaat onderdrukken. Het is immers te heftig om dit allemaal binnen te laten. Dit is waar trauma over gaat. Het kind raakt verward tussen allerlei gevoelens. Het weet niet meer wat van hem/haar is en wat van moeder en kan niet vertrouwen op de ouder(s).
Vaak zie je bij hechtingstrauma dat iemand geen liefde heeft voor zichzelf. Het kind geeft zichzelf de schuld van veel dingen. Het krijgt het gevoel niets waard te zijn. Eigen gevoelens worden onderdrukt. Behoeften van zichzelf genegeerd. Het gevoel is: ‘Ik doe er toch niet toe’ / ‘ik ben niet goed genoeg’ of ‘ik ben niet belangrijk’ of ‘ik kan toch niks goed doen’. Allemaal dingen die bij eetstoornissen een kern vormen. Vaak zie je daarbij ook dat kinderen zich verantwoordelijk voelen voor het welbevinden van de ouders. De rollen zijn dan volledig omgedraaid.
Voor de ouders die dit lezen…
Als er nu ouders zijn die meelezen, dan snap ik dat dit iets in je raakt. Misschien word je boos van wat je hier leest of voel je je schuldig of zelfs tekortgedaan als ouder door mijn blog. Dat is niet mijn bedoeling. Maar ik voel dat ik dit moet schrijven. Het rolt uit mijn vingers. Ik zie het gebeuren. Recht voor mijn neus. Uit de verhalen van mijn cliënten komt het naar voren. Ik verzin het niet. Dit heeft voor mij zo’n sterk verband met het ontstaan van eetstoornissen.
En ik snap dat het confronterend is om te erkennen dat blijkt dat je je kind niet de noodzakelijke emotionele aandacht en liefde hebt kunnen geven. Die heb je als ouder misschien zelf ook nooit gehad van je eigen ouders. Ik licht hier vooral moeder uit, omdat met name moeder zo belangrijk is voor de hechtingsrelatie met een kind. Maar ook vaders spelen een belangrijke rol in heel dit verhaal. Steun vanuit vader voor moeder is hierin ook essentieel.
In mijn ogen vecht iemand met een eetstoornis naar erkenning. Naar liefde, geborgenheid en veiligheid. Naar gezien willen worden. Eigenlijk naar écht contact met de ouders. Contact waarin alles er mag zijn: kwetsbaarheid, verdriet, boosheid. Een kind dat helemaal welkom is. Ook al doet het soms iets wat de ouder niet leuk vindt of gaat het kind een ander pad op dan de ouders voor ogen hadden.
2 comments