De eetstoornis heeft invloed op alles wat je doet
Als je pas een eetstoornis hebt, ben je geneigd om deze te ontkennen of te doen alsof het allemaal wel meevalt.‘Er is niets met mij aan de hand’, ‘Ik heb de controle volledig in handen’ of ‘Ik heb nog geen juist moment gevonden om het mijn ouders te vertellen‘ zijn veel voorkomende uitspraken. Veel mensen denken dan ook dat ze zelf wel kunnen stoppen met hun (eet)gedrag. Constant bezig zijn met je figuur, gewicht en eten gaat echter je leven beheersen en heeft invloed op alles wat je doet.
Angst om de controle kwijt te raken
Zo kwam er deze week een meisje bij mij op intakegesprek. ’s Morgens eet ze een paar lepels kwark en ’s middags een paar snoeptomaatjes. Voor de rest van de dag eet ze niets meer. Zelf ziet ze nu ook in dat het zo niet meer langer kan. Maar het voelt zo dubbel, geeft ze aan. Aan de ene kant wil ze er iets aan doen. Aan de andere kant is er zoveel angst om de ‘controle en veiligheid’ die ze nu voelt los te moeten laten. Herkenbaar voor mij uit mijn eetstoornisperiode. Ik dacht ook dat het bij mij allemaal wel meeviel en het bij mij anders werkte dan bij alle andere mensen.
De ene kant
Aan de ene kant voelt de eetstoornis vertrouwd en veilig. Het lijkt alsof je alle controle in handen hebt. ‘Lijkt zeg ik’ er benadrukt bij. Het is immers controle die jij jezelf hebt opgelegd en die je nu enorm belemmerd in alles wat je doet. Controle die zegt dat je dik wordt van een koekje en je niet mag afwijken van jouw eigen opgelegde regels.
Het minder eten, compenseren, bewegen, braken en laxeren zijn allemaal manieren om gevoelens te onderdrukken. Op de langere termijn zorgt de controle ervoor dat je steeds verder in de eetstoornis geraakt.
De andere kant
Wat je ook doet, de eetstoornis zal het nooit goed vinden. Besluit je de eetstoornis aan te pakken, dan roept dit angst op. Besluit je door te gaan met waar je mee bezig bent, dan word je zieker en zieker. Om de eetstoornis aan te pakken, heb je motivatie nodig. Vaak komt deze motivatie eerst van buitenaf: je ouders, familie of vrienden maken zich zorgen en willen dat jij beter wordt. Deze motivatie is vaak niet genoeg om echt beter te worden. Belangrijk is de motivatie terug te vinden in jezelf. Redenen die jouw kunnen motiveren om beter te worden zijn bijvoorbeeld: weer kunnen studeren/werken, kinderen krijgen, genieten van het leven, geen zorgen meer maken om gewicht en eten, sociale/ gezellige dingen doen met vrienden of je partner en ga zo maar door.
Stap voor stap werken aan herstel
Belangrijk is te beseffen dat een eetstoornis niet bij jou hoort. Ook al heb je er al 1, 5, 10 of 20 jaar last van, de eetstoornis hoort niet bij jou, ook al voelt het misschien van wel. Jouw eetstoornis maakt dat je last hebt van angstgedachten en gevoelens. In het begin zal het zeker lastig zijn je eetstoornis aan te pakken. Daarom werk ik vanuit min praktijk ook stap voor stap aan herstel en wordt iedere stap geëvalueerd en gevierd. Je zult merken als je het aangaat en je gaat doen in plaats van ‘proberen’, dit je gaat motiveren. Stap voor stap werken we aan een normaal eetpatroon en verminderen we eetbuien, braken, bewegen, controleren en compenseren. Houd het vertrouwen en geloof in jezelf. Ik weet uit eigen ervaring dat vanuit een (klein) beetje motivatie herstel zeker mogelijk is.
De motivatie werd bij mij steeds groter, naarmate ik merkte dat ik meer energie kreeg en de eetstoornis niet nodig had om gelukkig te zijn.