Gastenblog
Ondanks dat de dagen eindeloos lijken te duren, vliegt een week voorbij. M’n tweede week in de kliniek zit er inmiddels op en het besef dat ik de kliniek nodig heb om mijn eetstoornis te gaan verslaan lijkt nu eindelijk ook bij mezelf binnen te zijn gedrongen. Dit maakt het echter niet gemakkelijker hier te zijn, maar ik probeer me steeds meer en meer over te geven aan de situatie zoals deze nu is en de hulp die me wordt geboden aan te grijpen.
Leven in het moment
Leven in het moment is lastig doordat ik voor m’n gevoel gerichter bezig moet zijn met m’n toekomst en nu de tijd maar voorbij laat strijken. Afgelopen week is wel meer het besef gekomen dat ik juist hier hard voor die toekomst aan het knokken ben en dat ik er op moet vertrouwen dat ook voor mij uiteindelijk alles op z’n tijd zal komen.
”Ik ben er net zo aan toe als zij”
Ik vind het moeilijk woorden te geven aan m’n algehele gemoedstoestand. Waar ik vorige week nog als een emotioneel wrak over de afdeling liep, leek ik deze week daarentegen compleet gevoelloos te zijn. Op de automatische piloot deed ik wat ik moest doen en verder was ik veel op mezelf. Dit was echter vooral een vorm van de schijn ophouden naar de omgeving, want van binnen heb ik geen moment rust ervaren en ook de eetmomenten verliepen helaas niet zonder de nodige chaos in m’n hoofd. Ik focuste me vooral op groepsgenoten die minder aten dan ik en dit zorgde voor de nodige schuldgevoelens over de hoeveelheden die ik at. Ook was ik vol overtuiging dat iedereen om me heen zoveel dunner en er ernstiger aan toe is dan ik en leek ik maar niet aan te kunnen nemen dat ook ik er net zo bij loop als zij. Daarbij hielpen het stijgen van m’n gewicht en een ophoging van m’n eetlijst ook niet bepaald bevorderlijk voor de strijd in m’n hoofd.
We kletsen over kruidnoten en de lekkerste chocolade, maar ze zelf eten?
Ik ben natuurlijk niet de enige die deze strijd aan het voeren is. Ook mijn groepsgenoten zag ik veel worstelen en vaak was de spanning voelbaar. Gelukkig is het niet enkel kommer en kwel en is er zo nu en dan ook ruimte geweest voor een gezellig gesprek. Het grappige is dat deze gesprekken negen van de tien keer over eten gingen. Zo konden we maaltijden lang kletsen over welke soorten kruidnoten er zijn, wat voor chocolade het lekkerste is, welke nieuwe producten er zijn gespot, waren we razend nieuwsgierig naar wat de verpleging zoal kookt en ga zo maar door. Dat eten lijkt ons letterlijk geen moment met rust te kunnen laten.
Eetgestoorde dilemma’s
Daarnaast zijn er wel meerdere situaties typerend voor binnen een eetstoorniskliniek en als ik er zo over na denk kan ik er zelf ook om lachen. Zo krijgen we iedere week al het menu door voor de week daarna en op de KIZ afdeling bestaat af en toe een keuzemogelijkheid tussen het basismenu en een variatiemenu. Mensen zonder eetstoornis kiezen waarschijnlijk binnen een paar tellen voor wat hen het lekkerst lijkt, maar vaak stonden wij als groepje “eetgestoorden” behoorlijk te dubben over welke keuze het ging worden, waarbij natuurlijk de hoeveelheid calorieën onze leidraad was. Ook Google werd zo nu en dan geraadpleegd om ons uit dit dilemma te helpen en we waagden ons af en toe zelfs op een stiekeme blik in de keuken om al dan niet onze keuze laste minute te wijzigen.
”Ik geef niet op”
Bij mezelf merk ik helaas ook vaak hoe diep de eetstoornis eigenlijk in me verweven zit. Urenlang kan ik piekeren over mijn broodbeleg; neem ik kalkoenfilet of sandwichspread? “Kalkoenfilet bevat waarschijnlijk minder calorieën, maar als ik sandwichspread nou heel dun besmeer bevat dat misschien wel nog minder calorieën. Maar dan loop ik weer het risico dat ik bij moet smeren waardoor het wellicht weer meer calorieën bevat en waarschijnlijk ook meer vetten.” Toch maar kalkoenfilet op m’n brood, beslist de eetstoornis dan. Om vervolgens na nog een nacht lang door piekeren de volgende ochtend toch maar het risico te wagen op dat dunne laagje sandwich spread en de eetstoornis juicht als ik hiermee weg kom. Waar ik eigenlijk echt zin in zou hebben of hoe iets smaakt zijn zaken waar ik me dan juist weer totaal niet mee bezig houd. Ook kwamen er afgelopen week helaas nog genoeg momenten voorbij waarbij ik echt de behoefte had het bijltje erbij neer te gooien omdat de angst en afkeer zó enorm groot was. Gelukkig heb ik mezelf tot nu toe altijd streng kunnen toespreken en op tijd kunnen herpakken, maar ik moet toegeven dat dit behoorlijk wat kruim kostte.
Goed nieuws! ”Ik mag naar de behandelgroep”
Het belangrijkste nieuws van deze week is dat ik een gesprek met mijn oud behandelaar heb gehad over een overgang terug naar de behandelgroep. Uit dit gesprek is gekomen dat ik volgende week mijn herintrede zal doen in deze roep. Dit was wat ik het liefste wilde, maar nu het zo dichtbij komt neemt de angst ook behoorlijk toe. In de behandelgroep zal ik me toch echt moeten gaan wagen aan voor mij “verboden” beleg, iedere week krijgen we een traktatie voorgeschoteld in de vorm van een grotere koek of een stuk chocolade o.i.d. en er zal iedere week een broodvariatie op tafel verschijnen zoals bijvoorbeeld een hard broodje, een rozijnenbol of een salade op brood. Ook gaat dan de gewichtseis van +0,5 kg per week in en wanneer ik deze niet haal, zal mijn eetlijst met iets ter grootte van een goed belegde boterham worden uitgebreid. Allemaal zaken die direct paniek oproepen, maar hiernaast bestaat het programma op de behandelgroep gelukkig uit een stuk meer therapieën en verblijven hier vooral meiden van mijn leeftijd met ongeveer dezelfde doelstelling; een leven met zo min mogelijk eetstoornis opbouwen. Hier hoop ik de nodige steun uit te gaan halen, want dat zal ik de komende periode zeker nodig gaan hebben!